Groen
Leerjaar 1
In het eerste leerjaar gaat het vooral om “Ontdekken en verbazen”. Leerlingen ontdekken wat het vak inhoudt en maken kennis met verschillende onbekende en interessante planten en dieren. Bijvoorbeeld ‘ van graan tot brood’, zelf graan zaaien, oogsten, malen en bakken. Op bezoek bij de graanmolen en bij een bakkerij, maar ook kennis maken met onze dieren, van een goed aaibaar konijn tot een baardagame met een bijzonder uiterlijk en aparte eetgewoontes.
Leerjaar 2
In klas 2 maak je kennis met alle groenonderdelen, dit in het kader van “Onderzoeken en kiezen”. Veel variatie in de les. Ook al een beetje aan de slag met machines, hoe voelt dat nou zo’n bosmaaier op je schouder of een bladblazer op je rug? Even de dieren verzorgen en de dierenverblijven schoonmaken kan je dan al heel goed.
Leerjaar 3
Je hebt dan gekozen voor het vak groen en je gaat verder met “Ontwikkelen en verdiepen”. Als het goed is, sluit je stage aan bij je keuze. Je leert steeds meer vaardigheden en je weet ook meer te vertellen over groen. Grasmaaien, planten, zaaien en snoeien, dat heb je dan al een paar keer gedaan. Als dierverzorger kan je al zelfstandig werken en kan je ook zorgen voor voorraad voor de dieren. Even wat huiskrekels halen voor de baardagame is geen probleem.
Leerjaar 4
De examenjaren brengen je in de juiste stand voor een branche-certificaat, het prodiploma en in leerjaar 5 ook misschien het entreediploma. “Ontplooien en vormgeven” zijn de woorden die bij deze jaren passen. Je bent al echt beroepsgericht bezig. “Wat voor werk ga ik doen, bij welke werkgever, waar kan ik mij het beste ontwikkelen?” Met die vragen ben je bezig. De groene wereld biedt werkgelegenheid op elk niveau en biedt veel uitdagingen voor doorzetters die niets liever willen dan buiten werken.